Pieterpad etappe 4
Zondag 25 juli
Etappe 4, Zuidlaren – Rolde, 18 km.
Gisteren zijn we aangekomen op camping de Weyert, waar we tot woensdag logeren.
Na het ontbijt vertrekken we om 9.15 richting bushalte.
De “belbus” brengt ons van Rolde naar Assen, waar wij over moeten stappen
richting Zuidlaren. Daar is het startpunt van de 4e etappe.
Vandaag loop Sanne met ons mee !!
Om 10.35 zetten wij onze eerste voetstappen richting Rolde. Het gaat in het begin al fout, we missen een aanwijzig.
We zijn niet de enige. Het blijkt dat er iets niet duidelijk in de routebeschrijving staat, en op aanwijzig van andere
Pieterpadlopers moeten we een stuk teruglopen en een bospad inslaan. Later blijkt dat we ietsje omgelopen zijn.
Als we Zuidlaren achter ons gelaten hebben gaan we een onverhard pad op, na ongeveer 6 km zien we het eerste bankje en daar nemen we een broodje.
We bellen gelijk even naar huis hoe het met Lars gaat, hij is vannacht uit Turkije thuis gekomen.
We vervolgen onze weg en gaan via een wildrooster een Natuurreservaat in.
Hier maakt Sanne een foto van haar “vrienden”
Als we over de helft zijn komen we een pannenkoekenhuis tegen waar we koffie drinken.
Na ongeveer 12 km gaan we het Ballooërveld op.
Hier worden we niet vrolijk van, 4 km rulle zandgrond , pfffff. Vreselijk vermoeiend. Ik had na een paar kilometer het gevoel
dat ik op een tennisbal liep. Pech, want we moeten door. Je hebt een routebeschrijving in je hand en als je bij je eindpunt aan wilt komen
zal je deze moeten blijven volgen.
Als je denkt dat je het gehad hebt, moet je over een slagboom en dan rechts volgt er nog een breed zandpad.
Bij een schaduwplekje onder de bomen even een fruitshot tot ons genomen.
We hebben echt zin in het laatste stukje.
Aan het eind van dit zandpad zien we eindelijk de Toren van Rolde. Bij de asfaltweg gaan we de bebouwde kom van Rolde in en om 15.00 uur
komen we weer bij de camping aan. De route loopt nog een klein stukje door, dus we laten de camping nog even voor wat het is.
Na ongeveer 300 meter lopen we langs het kerkhof en de bijbehorende kerk.
Even daar voorbij, bij de Hunebedden D17 en D18 is het eindpunt van deze etappe.
*
Ik vond het de zwaarste etappe tot nu toe.
*Tekst op steen bij hunebedden Rolde.
D17 en D18 Rolde
Wanneer een dode in het hunebed was bijgezet, sloten de nabestaanden de ingang af. Bij een volgende begrafenis werd de kelder weer geopend.
Door eeuwenlang gebruik konden zo honderden mensen in het hunebed worden begraven.
Dat verklaard ook de grote aantallen grafgiften die werden gevonden; soms meer dan 600 stuks aardewerk, waarin voedsel heeft gezeten.
Men heeft de periode van de Trechterbekercultuur verdeeld in de vondsten in het hunebed D19 bij Havelte, en de “Havelter fase”, naar de vondsten
in het Hunebed D53 bij Havelte. Het is waarschijnlijk dat de hunebedden voornamelijk in de “Drouwenerfase” zijn gebouwd. In de Havelterfase ging men
over tot het cremeren van de doden. Ook bij de crematieresten werden potten met voedsel als grafgift meegegeven.
Het bouwen van hunebedden voor het bijzetten van de doden is niet de enige manier van begraven bij het “Trechterbekervolk”.
Ook de oudere vorm van eenvoudige teraardebestelling met grafgiften bleef in gebruik. Soms werden de vloer en de wanden van een dergelijk “Vlakgraf”met stenen bekleed. Men spreekt dan van een “steenkist”.
In de vormen en versieringen van de verschillende potten herkent men de fasen; de “Drouwenerfase” en de “Havelterfase”.
De potten zijn versierd met diepe groeven die opgevuld waren met een witte pasta van fijngewreven verbrand bot.
Maak jouw eigen website met JouwWeb